ECLI:NL:CRVB:2018:1417
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank bij verzoek om informatie in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, een Bulgaarse nationaliteit, had bij het college van burgemeester en wethouders van Groningen verzocht om een nadere toelichting op een melding die het college had gedaan aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Het college had appellant bijstand toegekend, maar de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie had later medegedeeld dat appellant nooit rechtmatig verblijf had gehad. Appellant stelde beroep in tegen het uitblijven van een reactie op zijn verzoek om informatie. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank onbevoegd was om kennis te nemen van het beroep. De Raad oordeelde dat de brief van appellant niet als een verzoek om een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden aangemerkt, omdat het geven van een toelichting geen publiekrechtelijke rechtshandeling is. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde de rechtbank onbevoegd.