ECLI:NL:CRVB:2018:138
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellante, die op oproepbasis werkte als beveiligingsmedewerkster en medewerkster callcenter, had zich op 23 juli 2014 ziek gemeld met whiplashklachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had haar in eerste instantie in aanmerking gebracht voor ziekengeld op grond van de Ziektewet (ZW). Na een medisch onderzoek door een verzekeringsarts op 30 april 2015, werd appellante per 6 mei 2015 geschikt geacht voor haar laatst verrichte arbeid. Het Uwv besloot daarop dat appellante geen recht meer had op ziekengeld, wat door de rechtbank werd bevestigd.
In hoger beroep voerde appellante aan dat haar pijnklachten en beperkingen nog steeds aanwezig waren en dat er geen rekening was gehouden met haar situatie in de functie van medewerkster callcenter. De Raad oordeelde echter dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen nieuwe medische gegevens waren overgelegd die de stellingen van appellante konden onderbouwen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv op goede gronden had besloten dat appellante per 6 mei 2015 geen recht meer had op ziekengeld. De overwegingen van de rechtbank werden volledig onderschreven, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.