ECLI:NL:CRVB:2018:1313
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- A. Beuker-Tilstra
- H. Lagas
- Rechtspraak.nl
Discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris bij functietoewijzing binnen de krijgsmacht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, een ambtenaar bij het ministerie van Defensie, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de staatssecretaris van Defensie om hem niet voor te dragen voor een functie binnen de krijgsmacht. De staatssecretaris had gebruik gemaakt van zijn discretionaire bevoegdheid bij de functietoewijzing, waarbij de rechterlijke toetsing terughoudend dient te zijn. De rechtbank had geoordeeld dat de staatssecretaris conform de afwijkende selectieprocedure had gehandeld, zoals vastgelegd in de Aanwijzing en de Brief. De Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de commandant CLAS in redelijkheid had kunnen besluiten appellant niet voor te dragen, gezien het organisatiebelang dat zwaarder woog dan het persoonlijke belang van de appellant. De Raad benadrukte dat de appellant zijn belangstelling voor de functie kenbaar had kunnen maken, maar dat de belangen van de organisatie in deze situatie prevaleerden. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.