ECLI:NL:CRVB:2018:1107
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep studiefinanciering en terugvordering van uitbetaalde bedragen
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door zijn vader en mr. A.J.P.M. Kempenaars, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ongegrond verklaard. Appellant had studiefinanciering aangevraagd voor zijn studie in Spanje, maar was in geschil over de toekenning van een lening en de terugvordering van een uitbetaalde OV-vergoeding. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de argumenten van appellant in hoger beroep grotendeels herhalingen zijn van eerdere gronden die al door de rechtbank zijn behandeld. De Raad sluit zich aan bij de overwegingen van de rechtbank en bevestigt de aangevallen uitspraak. De Raad oordeelt dat de beslissingen van de minister voldoende duidelijk waren en dat appellant niet kan worden vrijgesteld van de gevolgen van zijn aanvraag. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.