ECLI:NL:CRVB:2018:1103
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellant na auto-ongeval en de geschiktheid van geselecteerde functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die na een auto-ongeval op 6 augustus 2011 ziek is gemeld. Appellant had een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet WIA, maar betwistte de mate van arbeidsongeschiktheid die door het Uwv was vastgesteld. De rechtbank Noord-Holland had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarop appellant in hoger beroep ging. De Centrale Raad oordeelde dat er geen aanknopingspunten waren voor het oordeel dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was geweest. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 3 juni 2014 een juiste inschatting van de belastbaarheid van appellant gaf. De geselecteerde functies werden als medisch geschikt beoordeeld, en de mate van arbeidsongeschiktheid werd vastgesteld op 53,51%. De Centrale Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen reden was voor een veroordeling in de proceskosten.