Uitspraak
20 september 2016, 16/1868 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
10 februari 2016 heeft het Zorgkantoor gehandhaafd zijn besluit van 3 december 2015, waarbij appellant een persoonsgebonden budget (pgb) op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) is geweigerd.
artikel 5.20, tweede lid, aanhef en onder c, van de Regeling langdurige zorg dan ook niet zo dient te worden uitgelegd dat het Zorgkantoor de verleningsbeschikking kan intrekken of wijzigen indien de verzekerde zich bij de eerdere verstrekking van een pgb op grond van de AWBZ niet heeft gehouden aan de opgelegde verplichtingen. De Raad ziet geen aanleiding om ten aanzien van (de uitleg van) artikel 3.3.3, vijfde lid, aanhef en onder a, van de Wlz tot een ander oordeel te komen.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 10 februari 2016 gegrond en vernietigt dit besluit;
- draagt het Zorgkantoor op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat beroep tegen deze nieuwe beslissing op bezwaar slechts bij de Raad kan worden ingesteld;
- veroordeelt het Zorgkantoor in de proceskosten van appellant in hoger beroep tot een bedrag van € 1.002,-;
- bepaalt dat het Zorgkantoor aan appellant het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 170,- vergoedt.