Uitspraak
OVERWEGINGEN
4 februari 2013 gehandhaafd blijft.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- bepaalt dat het dagelijks bestuur het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van € 169,- aan appellant vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten, dat zijn aanvraag voor hulp bij het huishouden had afgewezen. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, maar de appellant stelde dat het besluit onbevoegd was genomen en dat hij procesbelang had bij de beoordeling van zijn bezwaren.
De Raad heeft vastgesteld dat het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling bevoegd was om op het bezwaar te beslissen, en dat het dagelijks bestuur dit erkende. Het algemeen bestuur had op 13 december 2016 besloten het bestreden besluit voor zijn rekening te nemen. De Raad oordeelde dat, omdat het algemeen bestuur het besluit voor zijn rekening had genomen, de appellant niet benadeeld was door het bevoegdheidsgebrek. Hierdoor werd het bezwaar tegen het besluit van 7 mei 2015 terecht niet-ontvankelijk verklaard, aangezien dit besluit inmiddels was ingetrokken.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, met verbetering van gronden, en oordeelde dat er geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak werd openbaar gemaakt en het dagelijks bestuur werd opgedragen het griffierecht aan de appellant te vergoeden.