ECLI:NL:CRVB:2017:961
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van en overgang naar de Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie
In deze zaak gaat het om de toekenning van en overgang naar de Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) voor een ambtenaar die werkzaam was bij de voormalige politieregio Utrecht. De Centrale Raad van Beroep heeft op 9 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.P.L.C. Dijkgraaf, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de korpschef van politie, die op 16 december 2013 had besloten tot toekenning van de LFNP-functie [functie 2] in schaal 10. De rechtbank had het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
De Raad heeft in zijn overwegingen de argumenten van appellante beoordeeld, waaronder het betoog dat de matchingregels voor de LFNP-functies ondeugdelijk zouden zijn. Appellante stelde dat het criterium “gewerkt hebben met niet-eerder verkende problematiek” niet onderscheidend was, omdat het niet voorkwam in de oude korpsfunctiebeschrijvingen. De Raad oordeelde echter dat er geen grond was voor het oordeel dat het gebruikte criterium ondeugdelijk was, en dat de motivering voor de matching van de leidinggevenden in schaal 11 met de LFNP-functie in schaal 10 inzichtelijk en niet onhoudbaar was.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door B.J. van de Griend, in tegenwoordigheid van griffier A.M. Pasmans, en werd openbaar uitgesproken op 9 maart 2017.