Uitspraak
.Hiervan uitgaande heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende onderbouwd dat de beperkingen van appellante, rekening houdend met de diagnose hypermobiliteit syndroom en de chronische pijnklachten, juist zijn vastgesteld. Appellante wordt niet gevolgd in haar standpunt dat zij wegens huidklachten in februari 2011 meer beperkt was dan uiteindelijk door de verzekeringsarts bezwaar en beroep is aangenomen. Verder heeft de rechtbank erop gewezen dat de diagnose niet doorslaggevend is bij de vaststelling van de beperkingen tot het verrichten van arbeid. Aldus uitgaande van de juistheid van de FML heeft de rechtbank de voor het bestreden besluit geselecteerde functies in medisch opzicht passend geacht. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het Uwv terecht geweigerd appellante in aanmerking te brengen voor
dan welEhlers Danlos syndroom hypermobiliteitstype”.
rapport van 7 oktober 2013(gedingstuk A 19) schrijft verzekeringsarts bezwaar en beroep Lechner (onder 6) dat ten onrechte wordt aangenomen dat EDS en hypermobiliteitsyndroom verschillende ziektebeelden zijn. Voor een dergelijk standpunt kan geen onderbouwing gevonden worden in de literatuur en diagnostiek. Er is geen reden voor twijfel aan de juiste diagnose bij betrokkene. Voor zover er eventueel huidperikelen zijn bij deze diagnose (niet bij andere vormen van EDS) zijn deze bij appellante toch vooral van theoretische aard, gelet op de herhaalde beschrijvingen van lichamelijk onderzoek.
op een en dezelfde lijndient te worden gesteld met de diagnose “Hypermobility (EDS type III)” (zie Uptodate) en het in de “Informatie voor de huisarts over het EDS” (door appellante in beroep overgelegd, stuk A 16.1) hypermobiliteitstype (Villefranche-criteria, 1998), (dan wel) volgens de Berlijn-criteria (1988): type III: hypermobiele type?
“Algemeen:
heterogene groepvan zeldzame bindweefselaandoeningen. De symptomen kunnen tussen patiënten
zeer verschillendvan aard en ernst zijn.
Ten aanzien van de geclaimde huidproblemen.
nietgesteld op basis van huidproblemen.
nietgesteld worden d.m.v. genetisch onderzoek.
nietvermeld dat er bij type III sprake is van huidproblemen.
geensprake van nabloedingen, moeizame wondsluiting zoals bij Type IV, easy bruising zoals bij type I en VI. Hierdoor bestaat er geen medische noodzaak voor het aannemen van (preventieve) beperkingen zoals het dragen van handschoenen.
geenhuidafwijkingen.
geenhuidproblemen.
geenhuidproblemen en/of huidafwijkingen.
Cliënt had een glasverwonding opgelopen en blijkbaar was de wond normaal genezen
daar de revalidatiearts niet vermeldt dat er sprake was van een groot, atrofisch litteken
(de revalidatiearts zal hier zeker op gelet hebben gezien de diagnose). Als advies heeft
de revalidatiearts niet gegeven: huidbescherming.
gebruik van de handen wegens pijn/kramp c.q. dus geen huidproblemen.
te hebben
geenhuidproblemen.
Ten aanzien van activeren:
intensiefmultidisciplinair programma (b.v. ‘Pijn de baas’).
geensprake van nabloedingen, moeizame wondsluiting zoals bij Type IV, easy bruising zoals bij type I en VI.
vergoedt.