ECLI:NL:CRVB:2017:903
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- F. Hoogendijk
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijzondere bijstand voor advocaatkosten en beoordeling van draagkracht in het kader van de WWB
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor advocaatkosten, welke door het college van burgemeester en wethouders van Almere was afgewezen. De Raad heeft de feiten en het procesverloop samengevat en geconcludeerd dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. De Raad oordeelde dat de appellant voldoende draagkracht had om de kosten van de nota's van zijn advocaten te betalen, en dat de hypotheeklasten die hij met zijn ex-echtgenote deelde, niet als bijzondere omstandigheden konden worden aangemerkt die tot afwijking van het beleid moesten leiden. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet tijdig een aanvraag voor bijzondere bijstand had ingediend voor de nota van Advocatenkantoor Nagel, en dat het college zich op het standpunt kon stellen dat deze aanvraag niet voor vergoeding in aanmerking kwam. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.