ECLI:NL:CRVB:2017:830
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van maatwerkvoorziening voor vreemdeling op basis van het koppelingsbeginsel in de Wmo 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een vreemdeling zonder aanspraak op voorzieningen, had verzocht om een tijdelijke maatwerkvoorziening in de vorm van maatschappelijke opvang. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft dit verzoek afgewezen op basis van artikel 1.2.2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De rechtbank heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat de appellant heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet voldoet aan de voorwaarden om als vreemdeling aanspraak te maken op een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015. De Raad verwijst naar een eerdere uitspraak van 22 februari 2017, waarin dezelfde juridische overwegingen zijn gemaakt. De Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de appellant geen recht heeft op de gevraagde maatwerkvoorziening.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 27 februari 2017.