ECLI:NL:CRVB:2017:79
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet wonen op uitkeringsadres
Op 10 januari 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante, die sinds 26 november 2013 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Grootegast heeft na een anonieme tip een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand, waarbij werd vastgesteld dat appellante niet meer op het uitkeringsadres woonde. De Raad heeft vastgesteld dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten van bijstand terecht zijn, omdat appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden door niet te melden dat zij niet meer op het uitkeringsadres woonde. De rechtbank had eerder het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. De Raad bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat de onderzoeksresultaten voldoende feitelijke grondslag bieden voor de conclusie dat appellante in de te beoordelen periode niet op het uitkeringsadres woonde. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.