ECLI:NL:CRVB:2017:785
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing maatwerkvoorziening voor vreemdeling op grond van de Wmo 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een vreemdeling zonder aanspraak op voorzieningen, had verzocht om een tijdelijke maatwerkvoorziening voor maatschappelijke opvang. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft dit verzoek afgewezen op basis van artikel 1.2.2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De rechtbank heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat de appellant heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan.
De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. De Raad oordeelt dat de appellant geen recht heeft op een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015, omdat vreemdelingen zoals de appellant niet onder de reikwijdte van deze wet vallen. De Raad verwijst naar een eerdere uitspraak van 22 februari 2017, waarin dit standpunt ook is ingenomen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de appellant geen aanspraak kan maken op de gevraagde voorziening.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 27 februari 2017.