ECLI:NL:CRVB:2017:778
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van maatwerkvoorziening voor vreemdeling op basis van het koppelingsbeginsel in de Wmo 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante, een vreemdeling zonder aanspraak op voorzieningen, had verzocht om een tijdelijke maatwerkvoorziening voor maatschappelijke opvang. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft dit verzoek op 30 maart 2015 afgewezen, en het bezwaar van appellante tegen deze afwijzing werd op 31 juli 2015 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarbij zij zich baseerde op artikel 1.2.2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015).
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in de Wmo 2015. De Raad heeft geoordeeld dat appellante geen recht heeft op een maatwerkvoorziening, omdat zij niet als vreemdeling in de zin van de wet kan worden aangemerkt en ook niet gelijkgesteld kan worden aan een Nederlander. De Raad verwijst naar zijn eerdere uitspraak van 22 februari 2017, waarin een vergelijkbare kwestie werd behandeld.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en komt tot de conclusie dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.