ECLI:NL:CRVB:2017:776
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking van beroep na tegemoetkoming door bestuursorgaan
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 maart 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 15/2661 WMO. De appellante heeft haar hoger beroep ingetrokken omdat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam met een nieuwe beslissing op bezwaar van 10 oktober 2016 volledig aan haar bezwaren is tegemoetgekomen. Dit volgde op een tussenuitspraak van de Raad op 31 augustus 2016, gepubliceerd onder ECLI:NL:CRVB:2016:3247.
De Raad heeft in deze uitspraak de proceskosten van de appellante toegewezen aan het college, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak in de kosten kan worden veroordeeld. De Raad heeft de proceskosten begroot op € 990,- voor zowel het beroep als het hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 1.980,-.
De uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 1 maart 2017. De appellante kan zich voor vergoeding van het betaalde griffierecht rechtstreeks tot het college wenden. Deze uitspraak bevestigt de mogelijkheid voor appellanten om kosten vergoed te krijgen wanneer zij in het gelijk worden gesteld door een bestuursorgaan.