ECLI:NL:CRVB:2017:774
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van teveel betaalde pgb-voorschotten en niet-verschoonbare termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift
In deze zaak gaat het om de terugvordering van teveel betaalde persoonsgebonden budget (pgb) voorschotten door het Zorgkantoor aan appellante. Appellante had een pgb verleend gekregen voor de periode van 10 juni 2013 tot en met 31 december 2013, maar het Zorgkantoor stelde later vast dat er een te hoog bedrag was uitbetaald. Appellante maakte bezwaar tegen de terugvordering, maar het Zorgkantoor verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk omdat het buiten de wettelijke bezwaartermijn was ingediend. De rechtbank Overijssel bevestigde deze beslissing en verklaarde het beroep ongegrond. Appellante ging in hoger beroep, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De Raad benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van appellante was om tijdig bezwaar te maken, en dat fouten van een gemachtigde aan de cliënt kunnen worden toegerekend. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees de vordering van appellante af.