Uitspraak
8 april 2016, 15/6990 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van een vreemdeling die een verzoek had ingediend voor een tijdelijke maatwerkvoorziening in de vorm van maatschappelijke opvang. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had dit verzoek afgewezen op basis van artikel 1.2.2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De rechtbank Amsterdam had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarop de appellant in hoger beroep ging. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant geen aanspraak kan maken op een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in de wet. De Raad verwijst naar een eerdere uitspraak van 22 februari 2017, waarin dezelfde kwestie aan de orde was. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 27 februari 2017 en is openbaar uitgesproken.