Uitspraak
11 maart 2016, 15/5081 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een vreemdeling zonder aanspraak op voorzieningen, had het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam verzocht om opvang. Dit verzoek werd afgewezen op 18 februari 2015, en het college verklaarde het bezwaar van de appellant ongegrond bij besluit van 29 juli 2015. De rechtbank oordeelde dat de appellant geen recht had op een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), en dit oordeel werd door de Centrale Raad bevestigd. De Raad stelde vast dat de appellant niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 1.2.2 van de Wmo 2015 en ook niet gelijkgesteld kan worden aan een Nederlander volgens het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. De Raad verwees naar een eerdere uitspraak van 22 februari 2017, waarin dezelfde juridische overwegingen aan de orde kwamen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.