ECLI:NL:CRVB:2017:690
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- P.W. van Straalen
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Bijzondere bijstand voor kosten van inrichting in de vorm van een lening; aflossingscapaciteit en bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellante, die sinds 17 januari 2014 bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van woninginrichting. Het college van burgemeester en wethouders van Huizen had bijzondere bijstand verleend in de vorm van een lening, maar appellante betwistte de aflossingsverplichting die aan deze lening was verbonden. Ze voerde aan dat haar financiële situatie, waaronder de zorg voor een jong kind en bestaande schulden, bijzondere omstandigheden vormden die het college hadden moeten aanzetten tot het verstrekken van bijstand om niet.
De Raad oordeelde dat het college terecht rekening had gehouden met de bijzondere bijstand voor levensonderhoud bij het vaststellen van de aflossingscapaciteit. De Raad concludeerde dat de zorg voor een jong kind en de schulden van appellante geen bijzondere omstandigheden vormden die een afwijking van de gemeentelijke richtlijnen rechtvaardigden. De Raad bevestigde dat de aflossingsverplichting correct was vastgesteld en dat de appellante niet in haar belangen was benadeeld door de motivering van het college. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, met verbetering van gronden, omdat de rechtbank geen toepassing had gegeven aan artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht.