ECLI:NL:CRVB:2017:678
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding in studiefinancieringszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van appellante tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waarbij haar studiefinanciering werd herzien. Appellante had studiefinanciering ontvangen op basis van de Wet studiefinanciering 2000, maar de minister herzag deze in 2013, waardoor appellante als thuiswonende studerende werd aangemerkt. Het bezwaar van appellante tegen deze herziening werd door de minister niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding.
De rechtbank Rotterdam had het beroep van appellante tegen deze niet-ontvankelijkverklaring ongegrond verklaard. In hoger beroep voerde appellante aan dat zij zich niet bewust was van de digitale communicatie met de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en dat zij zelden haar e-mail controleerde. De Raad oordeelde dat appellante haar e-mailadres had doorgegeven aan DUO en akkoord was gegaan met de voorwaarden voor digitale post. De Raad concludeerde dat appellante onvoldoende had gerealiseerd dat zij regelmatig haar digitale post moest controleren, wat voor haar rekening en risico kwam.
De Raad volgde ook de stelling van appellante dat het bericht over studiefinanciering geen besluit was niet. Het bericht was gericht op rechtsgevolg en appellante had tijdig actie moeten ondernemen om dit ongedaan te maken. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, voor zover deze was aangevochten, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.