ECLI:NL:CRVB:2017:675
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar studiefinanciering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. De appellant, die studiefinanciering ontving, was het niet eens met de herziening van zijn studiefinanciering door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De minister had op 24 december 2014 besloten de appellant aan te merken als thuiswonende studerende, wat leidde tot een herziening van de studiefinanciering per 1 september 2014. Het bezwaar van de appellant tegen dit besluit werd door de minister op 30 april 2015 niet-ontvankelijk verklaard wegens een niet verschoonbare termijnoverschrijding.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze niet-ontvankelijk verklaring ongegrond verklaard. In hoger beroep voerde de appellant aan dat hij geen bevestigings-e-mail had ontvangen over een nieuw bericht in de digitale omgeving van DUO, waardoor hij niet op de hoogte was van de herziening. Hij had wel gekeken naar de studiefinancieringsspecificaties, maar niet naar nieuwe berichten in zijn postvak. De Raad oordeelde dat de appellant zelf verantwoordelijk was voor het niet controleren van zijn postvak en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een inhoudelijke beoordeling van het geschil.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van bezwaarschriften en de verantwoordelijkheid van de appellant om op de hoogte te blijven van belangrijke mededelingen in de digitale omgeving van DUO. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak, voor zover deze was aangevochten, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.