ECLI:NL:CRVB:2017:662
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag militair invaliditeitspensioen en beoordeling psychische problematiek van appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. Appellant, een voormalig beroepsmilitair, had een aanvraag ingediend voor een militair invaliditeitspensioen, welke door de minister van Defensie was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de conclusie van medisch adviseur M.J. van Weers, die na onderzoek tot de conclusie kwam dat de psychische problematiek van appellant niet gerelateerd was aan zijn militaire dienst. Appellant betwistte deze conclusie en voerde aan dat hij lijdt aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS) als gevolg van zijn uitzending naar Bosnië.
De Raad heeft de rapportage van Van Weers als zorgvuldig en adequaat beoordeeld. Van Weers had in zijn rapportage uiteengezet dat appellant leed aan een persoonlijkheidsstoornis en een gegeneraliseerde angststoornis, maar geen PTSS kon worden vastgesteld. De Raad oordeelde dat de rapportage voldoende onderbouwing bood voor het standpunt van de minister. Appellant had verschillende stukken van behandelaars overgelegd die PTSS suggereerden, maar de Raad vond dat deze informatie niet overtuigend genoeg was om de conclusies van Van Weers te weerleggen. Uiteindelijk bevestigde de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van appellant ongegrond werd verklaard.