ECLI:NL:CRVB:2017:555
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.N.A. Bootsma
- M. Kraefft
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming in de overige kosten van verhuizing op grond van Verplaatsingskostenbesluit defensie
In deze zaak gaat het om de tegemoetkoming in de overige kosten van verhuizing van een marinier die van 10 januari 2013 tot 17 juli 2014 op Aruba was geplaatst. Tijdens zijn verblijf op Aruba heeft hij zijn woning in Nederland aangehouden, maar bij zijn terugkeer waren zijn meubels weggegooid of weggegeven. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de woning van appellant terecht is aangemerkt als een gestoffeerde en gemeubileerde woning, zoals bedoeld in artikel 2, zevende lid, van de Verplaatsingskostenregeling defensie (Vkrd). De keuze van appellant om zijn meubels weg te doen, verandert niets aan de status van de woning. De minister van Defensie heeft de aanvraag voor tegemoetkoming in de verhuiskosten afgewezen, omdat appellant niet kan aantonen dat hij recht heeft op deze tegemoetkoming. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van appellant ongegrond werd verklaard. De Raad concludeert dat de minister in redelijkheid het voorschot dat aan appellant was verstrekt, kan terugvorderen, omdat appellant geen aanspraak kan maken op de tegemoetkoming in overige kosten. De uitspraak is gedaan op 16 februari 2017.