ECLI:NL:CRVB:2017:552
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.C.R. Schut
- M. ter Brugge
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Terugvordering bijzondere bijstand voor kosten van budgetbeheer en schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de terugvordering van bijzondere bijstand voor de kosten van budgetbeheer door het college van burgemeester en wethouders van Delft. Appellant had in 2012 bijzondere bijstand aangevraagd voor budgetbeheer, maar het college heeft deze aanvraag ingetrokken en de eerder toegekende bijstand teruggevorderd. De reden hiervoor was dat appellant niet had gemeld dat hij eigenaar was van een woning in Turkije, wat volgens het college een schending van de inlichtingenverplichting inhield. Het college stelde dat als appellant het woningbezit had gemeld, de aanvraag voor bijzondere bijstand zou zijn afgewezen, omdat er geen noodzaak voor budgethulp zou zijn geweest. De Raad voor de Rechtspraak heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag bevestigd, waarin het beroep van appellant tegen de terugvordering ongegrond werd verklaard. De Raad oordeelde dat appellant verantwoordelijk was voor de informatie op het aanvraagformulier en dat het college terecht had geconcludeerd dat er geen problematische schuldpositie was die budgetbeheer noodzakelijk maakte. De Raad bevestigde dat de kosten van budgetbeheer geen noodzakelijke kosten waren volgens artikel 35 van de Wet werk en bijstand (WWB). De Raad heeft het college veroordeeld in de proceskosten van appellant en bepaald dat het college het betaalde griffierecht moet vergoeden.