ECLI:NL:CRVB:2017:4494
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- I.M.H. Hilhorst-Hagen
- D. Hardonk-Prins
- Rechtspraak.nl
Vaststelling proceskostenvergoeding in hoger beroep tegen intrekking erkenning jobcoachorganisatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de intrekking van de erkenning van een stichting als jobcoachorganisatie door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De rechtbank had het beroep van de stichting gegrond verklaard en de intrekking van de erkenning vernietigd, waarbij de Raad was veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de stichting tot een bedrag van € 38.485,20. Dit bedrag was opgebouwd uit kosten voor rechtsbijstand en een deskundigenrapport van Ernst en Young.
In hoger beroep heeft de Raad de proceskostenvergoeding herzien. De Raad oordeelde dat het aantal uren dat door Ernst en Young was gedeclareerd, namelijk 267 uur, onredelijk hoog was. De Raad heeft vastgesteld dat, gezien de omstandigheden, een totaal aantal van 133,5 uur voor het opstellen van het onderzoeksrapport redelijk was. De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen grond was voor een hogere vergoeding dan het forfaitaire uurtarief van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De uiteindelijke beslissing van de Raad was dat de eerdere proceskostenvergoeding van € 38.485,20 werd vernietigd en dat de nieuwe proceskostenvergoeding werd vastgesteld op € 19.732,64, inclusief de kosten voor rechtsbijstand. De uitspraak benadrukt het belang van een sluitende administratie en de rol van deskundigenrapporten in het proces.