ECLI:NL:CRVB:2017:4464

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 december 2017
Publicatiedatum
29 december 2017
Zaaknummer
16/4743 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overlijden appellante zonder opvolgende erfgenamen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 december 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 16/4743 AWBZ. Het hoger beroep was ingesteld door de appellante, die op 1 februari 2017 is overleden. De advocaat van de appellante, mr. M. el Hachmioui, heeft de Raad op de hoogte gesteld van het overlijden en aangegeven dat de erfgenamen de erfenis hebben verworpen. Hierdoor is er niemand die de appellante in deze procedure kan opvolgen.

Het onderzoek ter zitting vond plaats op 16 augustus 2017, maar er was niemand verschenen. Na een aankondiging in de Staatscourant op 16 oktober 2017, vond er een tweede zitting plaats op 20 november 2017, waar wederom niemand van de erfgenamen of de Zorgkantoor aanwezig was. De Raad heeft vastgesteld dat er geen belanghebbenden zijn die als partij in het geding willen deelnemen.

De Raad concludeert dat het belang aan de beoordeling van het hoger beroep is komen te ontvallen, omdat er geen erfgenamen zijn die het hoger beroep willen voortzetten. Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gedaan op 29 december 2017.

Uitspraak

16.4743 AWBZ

Datum uitspraak: 29 december 2017
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 7 juni 2016, 15/1895 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
wijlen [appellante] , in leven laatstelijk wonende te [woonplaats] (appellante)
CZ Zorgkantoor B.V. (Zorgkantoor)
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. M. el Hachmioui, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het Zorgkantoor heeft een verweerschrift en nadere stukken ingediend.
Mr. El Hachmioui heeft de Raad op 15 augustus 2017 bericht dat appellante op
1 februari 2017 is overleden en dat de erfgenamen de erfenis hebben verworpen. Verwezen is naar bijgevoegde afschriften van de overlijdensakte en een akte verwerping van de nalatenschap.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 augustus 2017, waar met bericht niemand is verschenen.
Het onderzoek ter zitting is geschorst.
De Raad heeft in de Staatscourant van 16 oktober 2017 aangekondigd dat het onderzoek ter zitting zal plaatsvinden op 20 november 2017.
Het onderzoek ter zitting heeft vervolgens plaatsgevonden op 20 november 2017. Van de zijde van de erfgenamen van appellante is niemand verschenen. Het Zorgkantoor en mr. El Hachmioui zijn met bericht eveneens niet verschenen.

OVERWEGINGEN

1. Appellante is op [datum] 2017 overleden. Niet is gebleken van erfgenamen die appellante als partij in dit geding zijn opgevolgd en die het geding zouden willen voortzetten. Ook na de aankondiging in de Staatscourant hebben zich geen belanghebbenden gemeld met het verzoek als partij aan het geding te mogen deelnemen.
2. Uit het voorgaande volgt dat het belang aan de beoordeling van het hoger beroep is komen te ontvallen. Het hoger beroep zal niet-ontvankelijk worden verklaard.
3. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door J.P.A. Boersma, in tegenwoordigheid van J.R. Trox als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 december 2017.
(getekend) J.P.A. Boersma
(getekend) J.R. Trox

OS