ECLI:NL:CRVB:2017:4421
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om stopzetting PAS-regeling tijdens ziekte
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellant, een burgerambtenaar werkzaam bij Defensie, had verzocht om de regeling voor partiële arbeidsparticipatie senioren (PAS-regeling) met terugwerkende kracht stop te zetten vanwege ziekte. De commandant van het Bevoorrading- en Transportcommando had dit verzoek afgewezen, met als argument dat deelname aan de PAS-regeling niet kan worden stopgezet tijdens ziekte, wat in strijd zou zijn met de doelstellingen van de regeling.
De rechtbank had het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Raad de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de commandant terecht het verzoek van appellant heeft afgewezen. De Raad oordeelde dat de PAS-regeling, zoals neergelegd in het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie (Bard), niet voorziet in een mogelijkheid tot stopzetting tijdens ziekte. De Raad verwees naar de toelichting bij het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR), waaruit blijkt dat de regeling doorloopt tijdens ziekte.
Appellant voerde ook aan dat het gelijkheidsbeginsel was geschonden, omdat een andere ambtenaar van de Koninklijke Marine wel stopzetting van de PAS-regeling tijdens ziekte had gekregen. De Raad oordeelde echter dat deze situatie niet vergelijkbaar was met die van appellant, aangezien er andere relevante omstandigheden waren. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af.