ECLI:NL:CRVB:2017:4330
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. Appellant, die eerder werkzaam was als halmedewerker, had zich op 29 oktober 2014 ziek gemeld met darmklachten. Na een medisch onderzoek door een verzekeringsarts op 23 juli 2015, werd appellant geschikt geacht voor zijn laatst verrichte arbeid en werd zijn Ziektewet-uitkering per 27 juli 2015 beëindigd. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard, waarbij werd vastgesteld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen onjuistheden waren in de informatie van de behandelend artsen.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat hij per 27 juli 2015 niet hersteld was en dat zijn klachten hem belemmerden in het werken. Hij voerde aan dat hij dagelijks 40 tot 50 keer het toilet moest bezoeken en dat zijn klachten invaliderend waren. Het Uwv heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank verdedigd. De Raad heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanleiding was om de medische grondslag van het bestreden besluit te betwisten. De Raad onderschreef de conclusie van de verzekeringsarts dat er op 27 juli 2015 geen medisch objectiveerbare belemmeringen waren om het eigen werk te verrichten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.