ECLI:NL:CRVB:2017:4225
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Afwijzing sollicitatie en verzoek om schadevergoeding in bestuursrechtelijke context
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. Appellant, een ambtenaar bij de Koninklijke [Dienstonderdeel 2], had gesolliciteerd naar de functie van [functie 1] binnen de [afdeling 1]. Na een selectieprocedure werd hem meegedeeld dat hij niet de meest geschikte kandidaat was en de functie aan een collega was toegewezen. Appellant maakte bezwaar tegen deze beslissing en vroeg om financiële genoegdoening. De minister van Defensie handhaafde het besluit, waarbij werd gesteld dat appellant de selectiecommissie niet had kunnen overtuigen van zijn geschiktheid voor de functie. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad oordeelde dat de minister in redelijkheid tot zijn besluit had kunnen komen, gezien de beoordelingsvrijheid die bestuursorganen hebben in sollicitatieprocedures. De Raad bevestigde dat de selectieprocedure zorgvuldig was verlopen en dat er geen aanwijzingen waren voor een vooropgezet plan om de functie aan een andere kandidaat toe te kennen. Appellant's argumenten over zijn ervaring en voorbereiding werden niet overtuigend geacht, en de Raad concludeerde dat de minister het advies van de selectiecommissie terecht had gevolgd.
Daarnaast werd het verzoek van appellant om schadevergoeding afgewezen, omdat de Raad oordeelde dat er geen grond was voor schadeloosstelling. De rechtbank had verzuimd om op dit verzoek te beslissen, wat leidde tot de vernietiging van de uitspraak in dat opzicht. De minister werd veroordeeld in de proceskosten van appellant, die op € 990,- werden begroot, en het griffierecht van € 250,- werd door de minister vergoed.