Uitspraak
17.2957 WIA
24 maart 2017, 15/685 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
18 maart 2008 vastgesteld op minder dan 35%.
30 december 2013 is onherroepelijk geworden door de uitspraak van de Raad van
20 november 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:4272).
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, die zich ziek had gemeld na een periode van werkloosheid, was in 2008 door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) beoordeeld en vastgesteld op minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. De appellant had in hoger beroep aangevoerd dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was en recht had op een IVA-uitkering, maar de Raad oordeelde dat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 4 van de Wet WIA, die vereist dat de verzekerde volledig en duurzaam arbeidsongeschikt moet zijn.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar de arbeidsongeschiktheid van de appellant. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de medische onderzoeken zorgvuldig waren uitgevoerd en dat er geen reden was om aan de juistheid van de medische beoordeling te twijfelen. De Raad onderschreef deze conclusie en oordeelde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende rekening had gehouden met de beperkingen van de appellant. De Raad concludeerde dat de appellant niet in aanmerking kwam voor een IVA-uitkering, omdat hij op de relevante datum niet volledig arbeidsongeschikt was.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken. De uitspraak werd gedaan door J.S. van der Kolk, met L.H.J. van Haarlem als griffier.