ECLI:NL:CRVB:2017:4184
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening studiefinanciering en inschrijving woonadres in de basisregistratie personen
In deze zaak gaat het om de herziening van de studiefinanciering van betrokkene, die in hoger beroep is gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De Centrale Raad van Beroep heeft op 6 december 2017 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 16/7393 WSF. De herziening van de studiefinanciering was het gevolg van het niet (juist en tijdig) inschrijven van het woonadres van betrokkene in de basisregistratie personen (brp). De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had betrokkene aanvankelijk studiefinanciering toegekend op basis van de norm voor een uitwonende studerende, maar na een adrescontrole werd betrokkene als thuiswonende studerende aangemerkt, wat leidde tot een terugvordering van € 821,12. Betrokkene had echter op 22 februari 2016 een adreswijziging doorgegeven, maar de Minister verklaarde het bezwaar van betrokkene ongegrond, omdat zij niet op het juiste adres stond ingeschreven.
De rechtbank Noord-Nederland oordeelde dat betrokkene onomstotelijk had bewezen dat zij feitelijk op een ander adres woonde dan het adres waarop zij in de brp stond ingeschreven. De rechtbank vernietigde het besluit van de Minister en oordeelde dat de Minister met toepassing van de hardheidsclausule van de herziening had moeten afzien van de terugvordering. De Minister ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat betrokkene in de periode van oktober 2015 tot en met januari 2016 niet voldeed aan de voorwaarden voor studiefinanciering voor uitwonende studenten, omdat zij niet op het juiste adres stond ingeschreven. De Raad concludeerde dat er geen sprake was van niet-verwijtbaarheid en dat de Minister terecht de herziening had doorgevoerd. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van betrokkene werd ongegrond verklaard. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.