ECLI:NL:CRVB:2017:4169
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van persoonsgebonden budget en niet verschoonbare termijnoverschrijding bij indienen beroepschrift
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. van appellant, die in hoger beroep is gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 29 november 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, die voortvloeit uit een eerder besluit van het Zorgkantoor van 20 juni 2015, waarin het pgb van appellant voor het jaar 2014 op nihil werd vastgesteld en een bedrag van € 57.078,05 werd teruggevorderd. Appellant had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Zorgkantoor verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. De rechtbank heeft deze beslissing bevestigd, waarbij werd overwogen dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, ondanks de argumenten van appellant dat zijn moeder, die zijn belangen behartigde, door ernstige psychische problemen niet in staat was om tijdig bezwaar te maken.
In hoger beroep heeft appellant zijn standpunt herhaald, maar de Raad oordeelde dat er geen nieuwe gronden waren aangevoerd die de rechtbank tot een ander oordeel hadden moeten brengen. De Raad bevestigde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat appellant geen medische stukken had overgelegd die zouden aantonen dat zijn moeder niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De Raad concludeerde dat het Zorgkantoor het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.