ECLI:NL:CRVB:2017:4067
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- H. Lagas
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Benadeling van een werknemer door beëindiging van tewerkstelling wegens ouderschapsverlof
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de tewerkstelling van appellant door de korpschef van politie. Appellant had ouderschapsverlof aangevraagd en de korpschef beëindigde zijn tijdelijke tewerkstelling in de functie van [functie C] per 1 april 2014, met als argument dat het opnemen van ouderschapsverlof problemen veroorzaakte in de bedrijfsvoering. Appellant stelde dat deze beëindiging hem benadeelde in de zin van artikel 6:1a van de Wet arbeid en zorg (Waz), omdat hij hierdoor zijn loopbaanontwikkeling en inkomsten verloor. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad oordeelde dat de korpschef in strijd met de Waz had gehandeld. De Raad concludeerde dat de korpschef niet had aangetoond dat er zwaarwegende organisatiebelangen waren die de beëindiging van de tewerkstelling rechtvaardigden. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, verklaarde het beroep gegrond en herstelde de situatie door het besluit van 25 maart 2014 te herroepen. Tevens werd de korpschef veroordeeld in de kosten van appellant, die in totaal € 2.970,- bedroegen.