ECLI:NL:CRVB:2017:4066
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- H. Lagas
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van verplaatsing wegens plichtsverzuim door fysiek geweld en grensoverschrijdend gedrag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag. De appellant, een ambtenaar bij Defensie, had hoger beroep ingesteld tegen de disciplinaire straf van verplaatsing die hem was opgelegd vanwege plichtsverzuim. Dit plichtsverzuim bestond uit het gebruik van fysiek geweld tegen zijn partner, wat als grensoverschrijdend gedrag werd beschouwd en gevolgen had voor zijn functie. De Raad oordeelde dat de opgelegde straf niet onevenredig was, gezien de ernst van de gedragingen en de impact daarvan op de organisatie en de gemeenschap. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van de appellant ongegrond was verklaard. De uitspraak benadrukt dat in het ambtenarentuchtrecht niet dezelfde strikte bewijsregels gelden als in het strafrecht, maar dat er voldoende bewijs moet zijn voor de verweten gedragingen. De Raad concludeerde dat de minister terecht had vastgesteld dat de appellant zich schuldig had gemaakt aan plichtsverzuim en dat de disciplinaire maatregel gerechtvaardigd was.