ECLI:NL:CRVB:2017:4057
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid van functies in het kader van de WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Appellante, die als sales associate werkte, had zich ziek gemeld na haar zwangerschap en bevalling. Na een beoordeling door het Uwv werd vastgesteld dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de afwijzing van haar WIA-uitkering. Appellante was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat de geselecteerde functies voor appellante geschikt waren, ondanks haar klachten. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat er geen zorgvuldig onderzoek heeft plaatsgevonden en dat haar beperkingen niet goed zijn ingeschat. De Raad heeft echter geconcludeerd dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de rapporten van de verzekeringsartsen voldoende informatie bevatten om tot een verantwoord oordeel te komen.
De Raad heeft de argumenten van appellante niet overtuigend geacht en heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan de geschiktheid van de geselecteerde functies te twijfelen en dat appellante geen medische stukken had ingediend die haar standpunt onderbouwden. De uitspraak is gedaan door M.C. Bruning, met G.J. van Gendt als griffier.