ECLI:NL:CRVB:2017:379
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- E.C.R. Schut
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellanten is bevestigd. Appellanten ontvingen sinds 1 september 2005 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Tijdens een rechtmatigheidsonderzoek door de gemeente Eindhoven bleek dat appellanten verschillende inkomsten en vermogensbestanddelen, waaronder een hypothecaire lening, kasstortingen en de verkoop van goud, niet hadden gemeld. Dit leidde tot de conclusie dat appellanten hun inlichtingenverplichting hadden geschonden.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven terecht de bijstand heeft ingetrokken en de gemaakte kosten heeft teruggevorderd. De Raad stelt vast dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij recht hadden op bijstand, omdat de schending van de inlichtingenverplichting het onmogelijk maakte om hun recht op bijstand vast te stellen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellanten af.
De uitspraak benadrukt het belang van de inlichtingenverplichting voor bijstandsontvangers en de gevolgen van het niet naleven daarvan. De Raad concludeert dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten rechtmatig zijn, omdat appellanten niet hebben voldaan aan hun verplichtingen om relevante informatie te verstrekken aan het college.