ECLI:NL:CRVB:2017:377
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op basis van zelfstandigheid als marktkoopman
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een zelfstandig marktkoopman, had op 9 oktober 2015 een aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet (PW) ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft deze aanvraag op 20 oktober 2015 afgewezen, omdat de appellant als zelfstandige werd aangemerkt op basis van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). De appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij minder dan 1.225 uur per jaar als zelfstandige werkt en dat hij ten onrechte als zelfstandige is aangemerkt.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in 2015 zelfstandigenaftrek heeft geclaimd, maar dat dit onterecht was. Uit de bijlage bij de aangifte inkomstenbelasting bleek dat de appellant in dat jaar € 2.845,- aan kraamhuur had betaald, wat impliceert dat hij op 277 dagen een marktkraam had gehuurd. Gezien zijn eigen opgave dat hij per werkdag 7,5 uur op de markt staat, heeft hij in 2015 meer dan 1.225 uur gewerkt. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van de appellant niet slaagt en heeft de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter bevestigd. Tevens is het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door W.F. Claessens, in tegenwoordigheid van C.A.E. Bon als griffier.