ECLI:NL:CRVB:2017:375
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor gaskachel en wasdroogcombinatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een gaskachel en een was-droogcombinatie. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de kosten niet noodzakelijk zouden zijn volgens artikel 35 van de Participatiewet. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de aanschaf van een gaskachel noodzakelijk is vanwege het hoge energieverbruik van haar huidige elektrische kachel, en dat zij zonder wasmachine is en daarom naar een wasserette moet gaan. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat de kosten voor de gaskachel noodzakelijk zijn, aangezien zij al een werkende elektrische kachel heeft. Ook de kosten voor de was-droogcombinatie zijn niet als noodzakelijk aangemerkt, omdat deze kosten in beginsel uit het inkomen van appellante kunnen worden bestreden.
De Raad heeft bevestigd dat het ontbreken van reserveringsruimte door schulden geen bijzondere omstandigheid vormt die het verlenen van bijzondere bijstand rechtvaardigt. De kosten voor de wasdroger zijn ook niet als noodzakelijk aangemerkt, omdat appellante de was in de lucht kan laten drogen. De uitspraak van de rechtbank is dan ook bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.