ECLI:NL:CRVB:2017:3653
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag voor dak- en thuisloze door niet aantreffen op opgegeven adressen
Op 24 oktober 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van een appellant die een aanvraag om bijstand had ingediend ingevolge de Participatiewet (PW). De appellant, die zich op 27 oktober 2015 meldde als dak- en thuisloze, had een aanvraag ingediend en een verblijfadres opgegeven. Echter, tijdens controles door de gemeente Amsterdam op de opgegeven adressen werd de appellant niet aangetroffen. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft de aanvraag om bijstand afgewezen, omdat de appellant niet voldeed aan zijn inlichtingenverplichting. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond.
In hoger beroep herhaalde de appellant zijn argumenten, waaronder dat hij op de controledata wel aanwezig was, maar dat hij dit niet had gehoord vanwege gehoorproblemen. De Raad overwoog dat de gronden van de appellant in hoger beroep een herhaling waren van de eerdere argumenten en dat de rechtbank deze al gemotiveerd had weerlegd. De Raad concludeerde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij op de controledata op de opgegeven adressen verbleef en dat het college terecht had geoordeeld dat de aanvraag om bijstand niet kon worden gehonoreerd.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door F. Hoogendijk, in tegenwoordigheid van griffier J.M.M. van Dalen, en werd openbaar uitgesproken op 24 oktober 2017.