ECLI:NL:CRVB:2017:3650
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake IOAW-uitkering en kostenvergoeding bezwaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam met betrekking tot haar aanvraag voor een IOAW-uitkering. Appellante had eerder aanvragen ingediend, maar deze waren door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam buiten behandeling gesteld of afgewezen vanwege het niet tijdig aanleveren van de gevraagde gegevens. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit gegrond verklaard en het college opgedragen om de kosten van bezwaar te vergoeden voor de besluiten die waren herroepen. In hoger beroep heeft appellante echter geen vergoeding gekregen voor de kosten van bezwaar tegen een specifiek besluit, omdat het college dit besluit niet had herroepen op basis van aan hen te wijten onrechtmatigheid. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het college terecht de aanvraag van appellante had afgewezen, omdat zij niet aan haar inlichtingenverplichting had voldaan. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarbij het bezwaar tegen het bestreden besluit ongegrond werd verklaard en er geen aanleiding was voor vergoeding van de kosten van bezwaar.