ECLI:NL:CRVB:2017:3474
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling stellen aanvraag bijstandsverlening op grond van onvoldoende gegevens
In deze zaak heeft appellant op 17 maart 2015 bijstand aangevraagd op grond van de Participatiewet (PW). Hij heeft verklaard geen inkomen te hebben en bij familie te eten. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft de aanvraag echter buiten behandeling gesteld, omdat appellant niet voldoende bewijsstukken heeft overgelegd om aan te tonen waar hij van heeft geleefd sinds zijn terugkeer naar Nederland op 16 maart 2013. Appellant heeft eerder ook al twee aanvragen gedaan, die eveneens buiten behandeling zijn gesteld. Het college heeft appellant meerdere keren verzocht om aanvullende gegevens, maar deze zijn niet tijdig of niet volledig ingeleverd. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat het college terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld, omdat appellant niet aan de informatieverplichting heeft voldaan. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het college op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd was om de aanvraag niet te behandelen. De terugvordering van het voorschot wordt niet verder besproken, omdat appellant hiertegen geen zelfstandige gronden heeft aangevoerd. De uitspraak is gedaan op 10 oktober 2017.