ECLI:NL:CRVB:2016:1258
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening wegens onvoldoende financiële informatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. De appellant had op 15 juli 2013 een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend, maar zijn aanvraag werd afgewezen omdat hij niet alle gevraagde bankafschriften en andere noodzakelijke documenten had overgelegd. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag had appellant verzocht om diverse financiële gegevens, waaronder bankafschriften van zijn rekeningen en jaarrekeningen van zijn onderneming. Appellant voldeed niet aan deze verzoeken, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag.
De rechtbank had het beroep van appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, en appellant ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd overwogen dat de appellant niet alle benodigde informatie had verstrekt om zijn recht op bijstand vast te stellen. De Raad benadrukte dat het bijstandverlenend orgaan bevoegd is om de benodigde gegevens op te vragen en dat het niet voldoen aan de inlichtingenverplichting kan leiden tot een weigering van de bijstandsverlening.
De Raad concludeerde dat de gronden die appellant in hoger beroep aanvoerde, een herhaling waren van zijn eerdere argumenten en dat de rechtbank deze al gemotiveerd had behandeld. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.