Uitspraak
OVERWEGINGEN
31 maart 2014. Appellante heeft tegen dat besluit beroep ingesteld bij de rechtbank.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die haar beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een hoog persoonlijk kilometerbudget (pkb) door Argonaut advies B.V. ongegrond had verklaard. De aanvraag was gedaan in maart 2014, maar Argonaut had deze afgewezen op 10 maart 2014, waarna het bezwaar van appellante op 31 maart 2014 ook ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellante niet voldeed aan de criteria voor het verkrijgen van een hoog pkb, omdat er geen medische noodzaak was aangetoond die haar zou beletten om met de trein te reizen.
Appellante voerde in hoger beroep aan dat zij angstig is in kleine ruimtes, wat haar zou belemmeren om met de trein te reizen. Ze stelde dat ze geen therapie meer wil volgen op haar leeftijd en dat ze met een hoog pkb zelfstandig zou kunnen reizen zonder afhankelijk te zijn van een begeleider. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat er geen medische gegevens zijn overgelegd die haar standpunt onderbouwen. De bezwaararts van Argonaut, R.V. Braber, had in zijn advies al geconcludeerd dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet met de trein zou kunnen reizen, en dat er adequate behandelingen zijn voor haar angstklachten.
De Raad heeft vastgesteld dat de strikte criteria voor het toekennen van een hoog pkb niet zijn vervuld, en dat de wens van appellante om zonder begeleider te reizen niet voldoende is om haar aanvraag te honoreren. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door A.J. Schaap, in tegenwoordigheid van griffier L.H.J. van Haarlem, en is openbaar uitgesproken op 1 februari 2017.