ECLI:NL:CRVB:2017:3407
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake persoonsgebonden budget
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die haar beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar door het Zorgkantoor ongegrond heeft verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellante haar bezwaarschrift te laat had ingediend en dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. Appellante stelde dat haar slechte gezondheid en moeilijke privé-omstandigheden haar in de weg stonden om tijdig bezwaar te maken.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. Het Zorgkantoor had het persoonsgebonden budget (pgb) van appellante vastgesteld en een bedrag teruggevorderd. Appellante maakte bezwaar, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift na de wettelijke termijn was ingediend. De Raad bevestigde dat appellante zelf verantwoordelijk is voor de tijdige indiening van rechtsmiddelen en dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet in staat was om tijdig bezwaar te maken of hulp in te schakelen.
De Raad concludeerde dat er geen grond was voor het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was. Daarom werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellante afgewezen. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.