ECLI:NL:CRVB:2017:3381
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- W.H. Bel
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van AIO-aanvulling wegens niet melden eigendom onroerend goed in Turkije
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van de AIO-aanvulling (aanvullende inkomensvoorziening ouderen) van betrokkenen, die sinds 1 juli 2006 deze voorziening ontvingen. De Sociale verzekeringsbank (SVB) had de AIO-aanvulling ingetrokken omdat betrokkenen niet hadden gemeld dat zij eigenaar waren van een appartement in Turkije. De SVB stelde dat hierdoor niet kon worden vastgesteld of betrokkenen in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerden.
De rechtbank had in een eerdere uitspraak geoordeeld dat de SVB niet voldoende had aangetoond dat de waarde van het appartement in de relevante periode boven de vrij te laten vermogensgrens uitkwam. De rechtbank vernietigde het besluit van de SVB en droeg hen op een nieuw besluit te nemen. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak opnieuw beoordeeld. De Raad oordeelde dat de SVB terecht had gesteld dat de inlichtingenverplichting was geschonden, maar dat de rechtbank niet voldoende had gemotiveerd waarom de waarde van het appartement in 2008 niet meer zou zijn dan in 2013.
De Raad concludeerde dat de waarde van het appartement in de periode van 2008 tot 2013 niet kon worden vastgesteld, waardoor het recht op AIO-aanvulling niet kon worden vastgesteld. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de inlichtingenverplichting voor betrokkenen en de rol van de SVB in het vaststellen van de rechtmatigheid van de AIO-aanvulling.