ECLI:NL:CRVB:2017:3368
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na schikking tijdens zitting en proceskostenveroordeling
Op 3 oktober 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 16/2079 WWB. Het hoger beroep was ingesteld door appellante, vertegenwoordigd door mr. J.G. Wiebes, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 19 februari 2016. Tijdens de zitting op 25 juli 2017 hebben partijen een schikking bereikt, waarna appellante het hoger beroep heeft ingetrokken. In het kader van deze schikking is het college van burgemeester en wethouders van Lelystad geheel tegemoetgekomen aan appellante. Hierdoor heeft de Raad geoordeeld dat aan de voorwaarden van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht is voldaan, wat betreft de intrekking van het beroep.
De Raad heeft vervolgens besloten om het college te veroordelen in de proceskosten die appellante heeft moeten maken in verband met de behandeling van het hoger beroep. Deze kosten zijn begroot op € 990,- voor verleende rechtsbijstand. De rechtbank had eerder al de proceskosten in de onderliggende zaak vergoed, waardoor de Raad enkel de kosten van het hoger beroep heeft toegewezen. Appellante kan voor vergoeding van het betaalde griffierecht zich rechtstreeks tot het college wenden.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door W.F. Claessens, met N.L. Kuipers als griffier. De beslissing benadrukt de mogelijkheid voor partijen om tot een schikking te komen en de gevolgen daarvan voor de proceskostenveroordeling.