ECLI:NL:CRVB:2017:3353
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- M. Hillen
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarbij de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellanten is bevestigd. Appellanten ontvingen sinds 31 oktober 2011 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor gehuwden. Na een anonieme melding over nevenactiviteiten van appellant, heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellanten niet aan hun inlichtingenverplichting hebben voldaan door ontvangen bedragen niet te melden. Hierdoor kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld. Het college van burgemeester en wethouders van Hengelo heeft daarop besloten de bijstand over verschillende periodes in te trekken en een terugvordering van in totaal € 19.421,82 te doen. Tevens is er een boete opgelegd van € 17.911,10 wegens schending van de inlichtingenverplichting.
In hoger beroep hebben appellanten de aangevallen uitspraak bestreden. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het college terecht heeft vastgesteld dat appellanten de inlichtingenverplichting hebben geschonden. De Raad heeft echter ook geconcludeerd dat het college niet voldoende heeft aangetoond dat appellanten opzettelijk hebben gehandeld, waardoor de opgelegde boete van € 11.585,75 niet in stand kon blijven. De Raad heeft de boete verlaagd naar € 2.367,64, rekening houdend met de financiële situatie van appellanten. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd voor zover deze de hoogte van de boete betreft, en het college is veroordeeld in de proceskosten van appellanten.