Uitspraak
OVERWEGINGEN
25 juni 2015 afdoende toegelicht.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de WGA-vervolguitkering van appellant. Appellant, die als schoonmaker/werkloze voorman werkte, had eerder recht gekregen op een loongerelateerde WGA-uitkering, maar het Uwv besloot deze uitkering per 1 februari 2013 te beëindigen en over te gaan op een WGA-vervolguitkering. Appellant maakte bezwaar tegen deze beslissing, omdat hij meende dat zijn beperkingen door psychische en fysieke klachten niet goed waren ingeschat.
De rechtbank Noord-Holland had in een eerdere uitspraak geoordeeld dat de medische grondslag van het besluit van het Uwv voldoende was onderbouwd. Appellant ging hiertegen in hoger beroep, waarbij hij nieuwe medische informatie over zijn psychische klachten aanvoerde. De Raad heeft een psychiatrische expertise laten verrichten door prof. dr. G.F. Koerselman, die concludeerde dat de diagnose aanpassingsstoornis met angstige en depressieve gevoelens het beste de situatie van appellant op de datum in geding weergaf.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het bestreden besluit berustte op een toereikend gemotiveerde medische grondslag. De Raad volgde de conclusies van Koerselman en oordeelde dat de geselecteerde functies voor appellant medisch geschikt waren. Het hoger beroep van appellant werd afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.