ECLI:NL:CRVB:2017:3259

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 september 2017
Publicatiedatum
21 september 2017
Zaaknummer
16/3259 WSW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in hoger beroep tegen Uwv na verkrijging Wajong-uitkering

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 16/3259 WSW. Het hoger beroep was ingesteld door de appellant, vertegenwoordigd door mr. P. Hoogenraad, advocaat. De appellant had het hoger beroep ingetrokken na het verkrijgen van een Wajong-uitkering in een andere procedure. De Raad heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet was ingetrokken als gevolg van een gewijzigde beslissing op bezwaar, waarbij aan de bezwaren van de appellant was tegemoetgekomen. Dit betekent dat het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen moest worden, omdat er geen sprake was van een tegemoetkoming in de zin van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak is gedaan in het openbaar en de beslissing is ondertekend door de rechter en de griffier.

Uitspraak

Datum uitspraak: 21 september 2017
16/3259 WSW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 25 maart 2016, 15/5114 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. P. Hoogenraad, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 27 juni 2017 heeft mr. Hoogenraad namens appellant het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Met toestemming van partijen is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellant is het hoger beroep ingetrokken nadat appellant een Wajong-uitkering heeft verkregen als gevolg van een andere procedure tussen partijen.
Met het Uwv is de Raad van oordeel dat het hoger beroep van appellant niet is ingetrokken als gevolg van een gewijzigde beslissing op bezwaar waarbij geheel of gedeeltelijk aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. Het verzoek om een proceskostenveroordeling dient dan ook te worden afgewezen, omdat geen sprake is van een tegemoetkoming in de zin van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om veroordeling van het Uwv in de proceskosten van appellant af.
Deze uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend, in tegenwoordigheid van N.L. Kuipers als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 september 2017.
(getekend) B.J. van de Griend
(getekend) N.L. Kuipers

HD