ECLI:NL:CRVB:2017:3255
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.H. Bangma
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- M. Kraefft
- Rechtspraak.nl
Toekenning van aanvullende uitkering wegens arbeidsongeschiktheid in en door de dienst na bedreiging en uitschelden tijdens werkzaamheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam om appellante een aanvullende uitkering te verlenen wegens arbeidsongeschiktheid in en door de dienst. Appellante, werkzaam bij de gemeente Rotterdam, had zich ziekgemeld na bedreigingen en uitschelden tijdens haar werkzaamheden. De Raad oordeelde dat het college ten onrechte had geweigerd de aanvullende uitkering toe te kennen. De Raad stelde vast dat er een toereikend oorzakelijk verband bestond tussen de buitensporige werkomstandigheden en de arbeidsongeschiktheid van appellante. De precieze diagnose van haar psychische aandoening was niet van belang; het ging erom of er een evident andere oorzaak kon worden aangewezen voor haar arbeidsongeschiktheid. Het medisch advies van het college bood onvoldoende grond om aan te nemen dat er een andere oorzaak was. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en kende appellante met terugwerkende kracht een aanvullende uitkering toe op grond van artikel 53 van het Ambtenarenreglement. Tevens werd het college veroordeeld in de kosten van appellante, die in totaal € 3.217,50 bedroegen.